Er is in dit traject ontzettend veel niet goed gegaan. Na een uitspraak van de raad in 2014 wordt er niet gehandhaafd, de verkeerde informatie wordt voorgelegd aan de nieuwe eigenaar als het gaat om het bestemmingsplan, er is geen sprake van één bedrijf aan de Voorkoopstraat 1a maar van vier, de wethouder lijkt niet goed op de hoogte te zijn van de werkelijke situatie op het moment dat hij zijn voorstel als ‘goed’ betitelt in de voorbespreking. Ik kan me voorstellen dat het college gezien deze informatie het voorstel terug wil trekken en een heroverweging wenst te maken. Die heroverweging kan echter ook inhouden dat het college opnieuw met een voorstel tot legalisering komt, dus het CDA is er voorstander van om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven.
De raad van state heeft 3 van de 4 in 2014 aangedragen motivaties afgewezen dat klopt. Maar de voor het CDA belangrijkste bleef overeind: ‘niet agrarische bedrijvigheid die geen directe binding heeft met de omgeving dient te worden geconcentreerd op bedrijventerreinen.’ Natuurlijk is het heel vervelend dat de heer Bronkhorst een perceel heeft waarop hij het door hem gewenste autobedrijf/garage niet mag houden. Nog vervelender is wellicht dat de vorige eigenaar van het perceel en de makelaar hem daarvan niet op de hoogte hebben gebracht, dan wel dat dit door eigen onderzoek niet boven water is gekomen. Dat er niet gehandhaafd is, betekent niet dat er dan maar gelegaliseerd moet worden. Het college heeft in de voorbespreking aangegeven dat het een kwestie is van kiezen tussen twee kwaden, maar volgens mij is daar geen sprake van. Er is in het bestemmingsplan buitengebied 2008 alleen een uitzondering gemaakt voor bestaande bedrijven. Dit perceel is in 2020 van eigenaar gewisseld en de kamer van koophandel geeft via openbare publicatie in de staatscourant aan dat er per 09022021 een nieuwe inschrijving is.
Wat zou betekenen dat het hier ook niet om de voortzetting van een bestaand bedrijf gaat, maar om een nieuw bedrijf. In het bestemmingsplan buitengebied 2008 is er alleen een uitzondering gemaakt voor bestaande bedrijven, niet voor nieuwe bedrijven. En de uitzondering geldt voor een bestaand bedrijf in de transportbegeleidingsservice, niet een garagebedrijf. Aangezien het bestaande bedrijf waarvan sprake was in 2014 nu niet meer lijkt te bestaan, kan er ook geen aanspraak gemaakt worden op die uitzondering.
Het CDA stemt tegen het voorstel om een positief standpunt in te nemen en ziet geen toegevoegde waarde in het wachten met een definitief oordeel totdat het bestemmingsplan ter vaststelling voorligt.